Je concentreren kan soms erg lastig zijn. Er zijn veel factoren waardoor je je niet kan concentreren. Slaap, voeding, stress, omgeving het heeft er allemaal mee te maken. Met deze oefeningen kan je jezelf weer concentreren.
Concentreren kan je leren. Het is namelijk net een spier die je kan trainen. De spierkracht kan afnemen als je een langere periode niet goed beweegt of nauwelijks gesport hebt. Zo is het ook voor je concentratie. Je oefent, bouwt een vermogen op te concentreren en je blijft oefenen en herhalen om het steeds iets beter te laten worden. Als je het een tijd niet traint, dan neemt het vermogen af.
Heb je nu moeite om je te concentreren, ga er dan mee aan de slag. Elke dag een minuut of 10 en je zal zien dat je er steeds beter in wordt. Hierin kan je jezelf blijven uitdagen. Dit kan variëren in tijd, dus van 10 minuten naar 30 minuten of zelfs nog langer. Je kan het ook variëren in oefeningen en taken.
Een vereiste om je goed te kunnen concentreren is voldoende slaap. In dit artikel kan je lezen hoe je tot een goede nachtrust komt. Ben je niet uitgerust dan kan het zijn dat er te veel waas in je hoofd is. Hierdoor is het moeilijker om je te concentreren.
Merk je dat je na een tijdje stil zitten begint te wiebelen op je stoel, aan het frunniken bent of met je haarlok aan het spelen bent. Dan is het tijd om even te gaan bewegen. In het klaslokaal kan dit niet altijd meteen, maar er is wel steeds meer tijd en aandacht voor. Heb je hier last van, vraag dan aan je docent of begeleider of je even mag bewegen. Het liefst buiten. Kan je meteen een frisse neus halen.
Wil je nu echt aan de slag met je concentratie, dan kan je het volgende oefenen:
- Een duidelijke planning maken, kan voor veel rust zorgen. Soms ben je met je hoofd bij andere zaken zoals afspraken of taken die later die dag of week staan. Schrijf je in voor de gratis planchallenge om beter te worden in plannen.
- Werk met de Pomodoro- methode. Deze methode van 25 minuten werken en 5 minuten pauzeren zorgt voor een duidelijke structuur en rust tijdens het werken.
- Deel een grote opdracht op in kleine deeltaken om je langer te kunnen concentreren. Door zo’n taak op te delen, leer je niet alleen naar een doel toe te plannen, maar wordt het werk ook opgedeeld in kleine taken die concentratie vragen, waarna er even gepauzeerd kan worden.
- Beloon jezelf als je je doel gehaald hebt. Dit hoeft niet extreem groot en duur te zijn. Maar je mag jezelf echt wel belonen met iets lekkers uit de kast, een goede film of plan een leuk uitje met vrienden.
- Ben je het even helemaal kwijt. Oefen met je ademhaling. Adem gedurende 4 tellen in door de neus, adem vervolgens weer even lang uit door de neus. Zo simpel is het! Na verloop van tijd kun je de ademhaling verlengen naar 6 of 8 tellen (in en uit).
- Visualiseer wat je wil bereiken. Wat moet je er voor doen? Wat moet je er voor laten? Kan ik dit vandaag halen? Of volgende week? Kan ik het alleen of heb ik hulp nodig?
- Wil je in je klas eens oefenen met concentreren? Ga dan eens op één been staan. Dan ben je geconcentreerd bezig, anders lukt de balans niet en je hoeft even niet na te denken.
- De laatste is oefening is er een eentje om vaker te oefenen. Zit in stilte met je ogen open.
- Bedenk in gedachte 10 dingen die je om je heen ziet.
- Luister goed om je heen en probeer 10 geluiden te onderscheiden.
- Probeer ook 10 dingen te voelen die je op dit moment voelt. Dit kan heel simpel zijn zoals het knellen van je horloge, je handen op tafel, de stoel onder je etc.
Veel succes met oefenen!
Laat hieronder weten wat voor jou werkt.